“We willen voelbaar maken dat we hier geweest zijn.”
Interview met Anneliese Billen over Villa Paspoel (door Elisabeth Morrhey)
Villa Paspoel is een participatief project, waarbij Anneliese Billen samen met de kinderen van Paspoel gedurende zes weken heeft gefilosofeerd over hoe hun droomwijk eruit zou zien. Halverwege het project gaf zij reeds een blik op het proces toen. Sindsdien is er volgens Anneliese best veel veranderd.
Anneliese: Ik had er wel wat moeite mee: wie zijn wij om daar iets te gaan doen? Bij het vorige interview zaten we in het midden van de reeks, en toen waren er drie kinderen. Na de Paasvakantie waren er ineens 16 kinderen, toen had de mond-tot-mond reclame heel goed gewerkt. Terwijl de kinderen soms toch sceptisch waren. We gingen ook rare dingen doen, ze mochten niet de hele tijd voetballen. Er waren stoere kerels die elke keer zeiden 'volgende week kom ik niet meer', en dan elke keer toch terugkwamen en het stiekem heel leuk vonden. Dat gevoel, dat het daar echt leeft en dat iedereen daar ineens weet van heeft, dat vond ik heel cool. Aan het einde van de reeks hebben we er ook een lange tafel gezet om met de kinderen te eten. Toen kwamen er spontaan mensen aansluiten, ook volwassenen, dat vond ik heel magisch.
Voor Anneliese kunnen we spreken over een succesvol project.
Anneliese: Ik had er niet zo veel ervaring mee, maar er was ook een sociaal werkster met mij meegekomen die dat wel al vaker heeft gedaan en zij zei dat het al top is dat kinderen blijven komen. Je moet gewoon veel geduld hebben. Ik werk heel vaak in systemen waarin je perfect weet hoeveel kinderen gaan komen. Nu moest het echt heel geduldig, tot het dan ineens ontplofte… Je voelt dat we iets neergezet hebben. Wat we al gedaan hebben, heeft de kinderen geïnspireerd.
Naast de ontwikkeling van de kinderen had het project ook tot doel een kunstwerk-speeltuig in Paspoel te integreren.
Anneliese: Het was een moeilijke vraag, of het een kunstwerk of een kinderspeeltuig moest zijn. Ik heb met Cato Gijs samengewerkt, zij is beeldend kunstenaar. We hebben veel opgezocht over hoe kunst geïntegreerd wordt en hoe kinderen er dan op mogen klimmen en klauteren. Het is heel moeilijk om in een sociale wijk kunst te zetten die kunst moet zijn en die mensen van buiten de wijk moet lokken. Daarin zijn we nog zoekende. Willen we mensen naar hier lokken en iets zeggen als 'kom hier eens kijken, hier is iets speciaal’? Terwijl de kinderen en jongeren uit de wijk heel duidelijk nood hebben aan een plek om te spelen. Ik hoop vooral dat we het goed kunnen doen door een plek te creëren voor de kinderen en jongeren. En of dat dan een kunstwerk is? We zijn ernaar op zoek. Mathias Van de Winkel is dat aan het ontwerpen. In het ontwerp proberen we de creativiteit die we ook in de workshops steken door te trekken. We willen ook een dag samen met de kinderen en jongeren daar gaan spelen. Tijdens het project hebben we heel erg gewerkt vanuit gelijkwaardigheid. Ik ben niet degene die komt zeggen wat ze moeten doen, we proberen samen te vinden wat we samen willen doen. En zo willen we een dag samen met dat tuig gaan spelen en dat tuig gaan pimpen. Ik geloof er heel hard in om dingen te tonen en samen te ontdekken.
Er is reeds een plek gekozen om het kunstwerk-speeltuig in de wijk te integreren, al gaat die plek pas binnen een jaar af zijn.
Anneliese: Er waren fantasieën om het onmiddellijk neer te zetten, maar het moet duurzaam zijn. We hebben veel geleerd over een speeltuig neerzetten. Daar komen veel dingen bij kijken: veiligheid, duurzaamheid, enzovoort. De plek waar we het willen bouwen is een plek die nu nog onder constructie is. Dat levert ons het voordeel op dat er sowieso gegraven wordt. Als we een goede dialoog voeren met de mensen die daar graven, dan kan dat, met duurzaamheid in gedachte, een toffe stap zijn.
Tijdens MoMeNT Wijkt Uit zullen bezoekers wel al maquettes van het ontwerp kunnen zien, en beeld- en geluidsmateriaal van het participatieve proces.
Anneliese: We hebben veel beeldend gewerkt. Zo hebben we een gemeenschappelijk logo ontwikkeld van kinderen die routes in hun huis moesten abstraheren. We hebben gekke vuilbakken tot leven gewekt. We hebben kinderen geïnterviewd; dat was pittig. Aan het einde van de rit vertrouwen de kinderen je en vertellen ze soms heel heftige verhalen, die voor hen echter normaal zijn en die je dan ook zo moet aanhoren. We hebben ook veel foto's gemaakt, van de kleine groep die groter wordt. Zodat we toch voelbaar maken dat we hier geweest zijn. Ik kijk er ook heel erg naar uit om de kinderen terug te zien. Dat wordt heel fijn. Een deel van hen gaat trouwens ook op kamp met MoMeNT in september. Dat vind ik heel cool, dat iedereen voelt 'wij zijn welkom in de wereld, die wel op ons zit te wachten'. Ik hoop dat we ze meegegeven hebben dat er plekken zijn om te vinden waar je hoop en hulp krijgt.
Bij de inleiding van het project stond ook de vraag 'Kan het einde der tijden misschien het begin zijn van onze dromen en verbeeldingskracht?' Volgens Anneliese is dat wel gelukt.
Anneliese: We hebben heel erg ingezet op de verbeelding van de kinderen. De laatste dag hingen ze uit het raam en riepen ze 'hier zijn we!' We wouden de kinderen vooral heel graag leren dat een idee dat in je hoofd zit werkelijkheid kan worden. Dat hun fantasie straks iets heel concreet en tastbaar is, vind ik een heel vette ervaring, voor hen, voor mezelf, voor hun toekomst. Ik ben MoMeNT heel dankbaar dat zij zich hiervoor inzetten. Ik vind het een heel mooi idee om dat nu in verschillende wijken te gaan doen.