“De acrobaten leerden ons dat je zo veel interessantere dingen kan doen met een krukje dan erop zitten”
Impressie van Follow Me
Voor Follow Me begon, wist niemand helemaal wat er ging gebeuren. Een man die plots bovenop het dak stond, maakte dat snel duidelijk: “kom! Volg mij!” gebaarde hij, floot hij. Een andere man met een overdosis energie stond ondertussen op zijn kop, en ook hij gebaarde dat we naar binnen moesten gaan. Lichtelijk onwennig volgden we hen naar binnen, waar we een grote toren van opvouwbare krukjes zagen. Terwijl de ene acrobaat ons een voorproefje gaf van wat zou komen, stootte de andere de hele toren krukjes omver. Het perfecte moment om de stoelen uit te delen, dus; en dat deden ze al fluitend en foppend. Net wanneer iedereen zat, leerden de acrobaten het publiek dat je zoveel interessantere dingen kan doen met een vouwbaar krukje dan erop zitten. Je kan zo’n ding gebruiken als hoed, of als vleugels, toonden ze. Of je kan ín het krukje kruipen, zoals ze leerden aan zowel kinderen als volwassenen in het publiek. Of je kan het gebruiken om je collega te blinddoeken en dan op zijn rug te gaan staan, zo bleek.
Tussen de indrukwekkende acrobatie door staat interactie met het publiek centraal in Follow Me. Met weinig woorden maar veel gebaren en gewijs werden we naar de straat geleid, om daar één lange rij aan elke kant van de straat te vormen. De straat zelf werd zo het podium voor hun circus-kunst. Ze sprongen achterwaarts en ondersteboven en over elkaar en over krukjes en ladders en op elkaars handen. Ze lieten ons de polonaise doen, waarbij de krukjes functioneerden als ketenen die de rij onverbiddelijk bij elkaar hielden. Ze draaiden letterlijk aan de volumeknop van onze gemeenschappelijke “oooh!”s a wanneer één van hen weer op zijn hoofd stond.
En wanneer ze het publiek niet entertainden door ons deel te maken van de acrobatie, deden ze dat door ondersteboven tegen muren te lopen. Fluitend lieten ze ons weten waar we hen nu naartoe volgden, waar ze nu weer indruk op ons maakten, waar ze nu weer hun extreme lenigheid zouden tonen. Zo volgden we hen tot op het dak van de SIBBO - of ja, zij gingen tot op het dak, wij keken veilig toe van op de grond. Schijnbaar moeiteloos klauterden ze drie verdiepingen omhoog en weer omlaag.
En daar stopte het niet. Van de muren en vuilbakken maakten ze spontaan ook een drumstel. Waar we hen ook volgden, kwamen we een met motorhelm gemaskerde figuur tegen. Eindelijk werd duidelijk wat hij daar deed: hij zat plots op een dak met een écht drumstel. De snelle en steeds versnellende drummuziek paste goed bij de vreemde trucs die elkaar nu ook steeds sneller opvolgden. Zo werd het ritmische bij het stuntwerk gevoegd, en voelde de act helemaal af.
Tekst: Elisabeth Morrhey