“Muziek is mijn intrinsiek en moreel kompas.”
Interview met Bart Plugers over Blossom and Blasphemy (door Niels Dewil)
Bart Plugers groeide op in Vreren. Vanaf zijn zesde levensjaar ging hij naar de muziekschool in Tongeren, waar hij wekelijks leerde noten lezen en gitaar spelen. Het is dus in Tongeren dat zijn muzikale parcours startte. Reeds vanaf het middelbaar besliste Bart om muziek te studeren. Daarna stroomde hij door naar verschillende conservatoria.
Bart: Door de jaren heen is de rol van muziek steeds groter geworden, tot op het punt dat ik besefte dat dit voor een groot stuk mijn leven zou worden. Muziek is mijn uitlaatklep en creatieve tool. Het is mijn intrinsiek en moreel kompas dat mij op het pad houdt, maar dat ook af en toe op hol slaat en mij in verschillende richtingen stuurt.
Bart is een creatieve duizendpoot. Hij schrijft teksten, speelt piano en elektrische gitaar. Maar zang en compositie zijn misschien wel zijn favoriete instrumenten.
Bart: Naarmate ik meer instinctief ben beginnen luisteren en handelen, voel ik dat zang voor mij de meest natuurlijke manier is om mij uit te drukken. Via piano en gitaar kan ik heel goed de sfeer uitdrukken, maar zang is een soort van direct verlengde van mijn gevoelens en gedachten. Mijn liefde voor compositie was er al van jongs af aan. Ik heb altijd veel geschreven, gaande van songs in mijn tienerjaren tot serieuzere dingen. Op een bepaald moment ben ik compositie gaan studeren en kon ik al die dingen koppelen aan meer theoretische zaken. Nu is compositie ook een instrument geworden. Het is een katalysator om al mijn ideeën in te kunnen verzamelen en met iets te komen dat de verschillende ideeën vertaalt.
Momenteel is Bart vooral actief in het jazz genre, een taal die hij bewust heeft leren ontdekken.
Bart: Ik ben op een heel rationele manier in de jazzwereld gerold. In het middelbaar had ik niet zo veel met jazz, maar ik besefte dat de conservatoria in België minder poprichtingen aanboden dan jazzrichtingen. Ik heb mezelf dan een soort jazz-brainwash gegeven en heb een playlist gemaakt met allerlei jazznummers. Dan heb ik een jaar lang ingezoomd op het werk van Chet Baker. Voor mij was dat een eerste hele grote klik, alsof er een groot aantal puzzelstukjes op hun plaats vielen. Ik besefte dat de muziek vanuit een bepaalde eerlijkheid komt, zonder te veel allures, zonder te veel verpakking. Het is een meer directe expressietool. Ik merkte dat jazz een taal is. Ik zag muzikanten samenkomen en elkaar begrijpen zonder dat ze ooit eerder samen hadden gespeeld. Daar was ik heel hard door geïntrigeerd. In die periode ben ik volop naar jazzconcerten beginnen gaan om te begrijpen wat die taal precies is. Ik ben dan in contact gekomen met het Great American Songbook, een collectie met alle jazzstandards uit de vorige eeuw. Zo ontdekte ik hoe veel essentie er soms verstopt zit in een paar noten of één melodie. Van zodra ik jazz ben gaan studeren, is het voor mij ook een mindset geworden. Het is een manier om naar muziek te luisteren, maar ook een taal om met iemand anders op een podium te staan en te communiceren. Het is een natuurlijke manier om met andere muzikanten een open uitwisseling te doen waarbij je kan terugvallen op je eigen stijl en techniek.
Die uitwisseling gebeurt in Blossom and Blasphemy met vijf andere muzikanten. Bart leerde hen kennen op Erasmus in Lausanne.
Bart: In die periode had ik een grote collectie van zelfgeschreven teksten. Tijdens mijn Erasmus voelde ik de drang om deze teksten en de sterke beelden die ik had op muzikaal vlak op één of andere manier tot leven te brengen. Ik heb dan muzikanten samengebracht waarmee ik al eens individueel had samengespeeld. De belangrijkste reden waarom ik hen voor dit project heb gekozen, naast de bewondering die ik voor hen heb als muzikant en als persoon, is dat ik met elk van hen individueel een gedeelde liefde voor poëzie en een soort van intellectuele uitwisseling had die het muzikale overschreed. Daardoor besefte ik: deze mensen staan open voor een heel andere, rustigere en iets intellectuelere aanpak van muziek.
Het album Blossom and Blasphemy kwam vorig jaar uit. Op één nummer na komen alle composities van Bart.
Bart: Ik heb een tijdje getwijfeld of ik niet voor een effectieve bandnaam zou kiezen, want de andere muzikanten hebben allemaal een heel belangrijke rol. Het komt er op neer dat de ideeën wel van mij komen, maar dat ik tijdens het creatieproces heel vaak met iets aankwam en met iets totaal anders buitenging omdat iedereen er zijn eigenheid in had gestopt. Ook de manier waarop de nummers tot stand zijn gekomen was echt een uitwisseling. Er zijn bepaalde songs waarbij ik één melodielijn had, die we dan twee uur lang bleven herhalen en waarbij iedereen beetje bij beetje daar zijn ding aan toevoegde. Er zijn ook een paar songs waar ik met een heel groot arrangement afkwam en merkte dat het tot een nog hoger niveau getild kon worden als ik hen de vrijheid gaf om vanuit hun perspectief de noten te interpreteren.
In de teksten van Bart zitten veel referenties naar natuurelementen.
Bart: De nummers zijn tot stand gekomen terwijl ik heel sterk geïnspireerd was door mijn omgeving in Zwitserland. Ik heb eerst in Lausanne gewoond en de laatste drie jaar in Bern. Het is voor mij een periode geweest van ontdekking van mijn eigen omgeving, met heel exploratie en waarneming, heel veel bewondering ook voor de letterlijke nabijheid van de Alpenmassieven. Dat was nieuw voor mij, dat ik meer aanraking had met de omgeving. Het heeft daarnaast ook te maken met de taal. Ik hou van mooie woorden: moon, lights, tree. Ik noem dat power words. Als je die woorden op de juiste manier gebruikt in een zin, dan zijn ze heel krachtig. Maar ik probeer er niet in te overdrijven, anders kan het heel snel overhellen naar een cheesy lovesong. Het zijn vooral woorden die voor iedereen iets betekenen en waar iedereen zich een beeld van kan vormen. Als je moon zegt, dan kan iedereen zich visueel een maan voorstellen of wat dat voor hem of haar betekent. Ik vind het leuk dat die woorden iets triggeren bij een luisteraar, dat ze een beeld vormen. Dat beeld hoeft niet haarscherp te zijn. Ik vind het leuk om te spelen met precisie en dubbelzinnigheid. Er is ruimte voor persoonlijke interpretatie.
Op MoMeNT volgt de Belgische première van de plaat.
Bart: In de periodes dat ik vorig jaar in België was, ben ik enkele keren gaan kijken naar Orgel 4U. Ik vind orgel het machtigste instrument dat er is. Daar ben ik in contact gekomen met Mona en heb ik haar verteld over mijn project. Tijdens de release van mijn CD vorig jaar was ik in Zuid-Amerika, omdat ik even afstand wou nemen van alles. Voor mezelf was dat heel fijn, maar voor de promotie van het nieuwe album was dat niet ideaal natuurlijk. Het is geen project dat ik volledig commercieel zie, maar een project dat ik op het juiste moment en in de juiste context naar buiten wil brengen met een aandachtig publiek. MoMeNT is daarom ideaal.
Het optreden op MoMeNT vindt plaats in de Sint-Janskerk.
Bart: Een kerk brengt heel veel dingen met zich mee die je in een theaterzaal of een blackbox niet hebt: een kerk heeft veel vormen, hoogtes en dieptes, natuurlijke galm, een klankkleur. In een kerk werken lange noten en dingen met ruimte heel goed. De korte percusieve dingen gaan vaak een beetje verloren. Pas effectief op de dag van het optreden zullen aanvoelen we hoe het gaat werken op akoestisch vlak. Het wordt voor onszelf een verrassing. Daarnaast vind ik het ook leuk dat de verborgen parels van Tongeren dankzij MoMeNT herontdekt worden in een kunstzinnig kader.