“Dat de werkelijkheid eigenlijk theater is, daar hebben we het over.”

Interview met Anneliese Billen over Playshop 1 (door Elisabeth Morrhey)

 

Playshop 1 gaat  over spelen, iets wat volgens theatermaakster en docente Anneliese Billen nog te vaak een negatieve connotatie heeft bij volwassenen.

Anneliese: Het is zo dat kinderen automatisch spelen, en dat volwassenen dat verliezen. Voor veel volwassenen heeft spelen een negatieve connotatie, net zoals naïviteit. “Spelen is naïef en naïef betekent dom”, is nog vaak het idee. Maar spelen vergt een zeer grote intelligentie. Je wordt er ook blijvend slimmer van. Bovendien is er in spelen, net als in kunst, een bepaalde blindheid voor regels die belangrijk is, die ons gelukkig maakt en vrij van zorgen. Er bestaan play-researchers die hun hele academische carrière wijden aan wat spelen is. Eerst werd spelen gezien als iets wat de mens doet uit verveling, maar eigenlijk is het een essentieel onderdeel van onze ontwikkeling, van de aanmaak van onze cultuur.

 

 

Tijdens Playshop 1 wil Anneliese mensen weer leren spelen. Ze noemt het een training in naïviteit en verwondering.

Anneliese: Het idee is dat een rol een spel is en dat je geen acteur moet zijn om dat spel te kunnen spelen of om ervan te kunnen genieten. Zonder dat je daar heel erg op let, acteer je voortdurend. Je bent nu interviewer, en straks ben je dochter, of lief, of buurvrouw, ... Je praat anders tegen iemand waarmee je een interview afneemt. Dat kan je als iets heel speels beschouwen. Werkelijkheid en fictie liggen heel dicht bij elkaar. Dat de werkelijkheid eigenlijk theater is, daar hebben we het over.

 

Playshop 1 is paticipatiever dan een voorstelling en speelser dan een workshop.

Anneliese: Als ik lesgeef of regisseer, werk ik vooral met niet-professionele spelers. Dan is het succes ook afhankelijk van de groepsdynamiek, en hoe mensen met elkaar omgaan en hoe mensen elkaar optillen. Daar werk ik heel hard aan. Wanneer ik langere tijd met spelers werk, dan merk ik in de loop van een jaar of een seizoen dat zij de juiste vragen beginnen te stellen en beginnen te begrijpen hoe ze moeten kijken en feedbacken. Voor Playshop 1 heb ik anderhalf uur, wat maakt dat het geen echte workshop is maar ook elementen van een voorstelling bevat: er zijn dingen die doordacht zijn, ik weet af en toe perfect wat er gaat gebeuren of wat iemand gaat zeggen. Dat wordt aan het einde ook ontsleuteld. Het is een andere manier om controle te nemen over een narratief. En er is de keuze: als je weet dat er dingen echt en nep zijn, kun je dat moeilijk vinden of kun je jezelf daaraan overgeven en kiezen om het spel mee te spelen.

 

Over haar rol in Playshop 1 zegt Anneliese goed te hebben nagedacht.

Anneliese: Ik wil niet de regisseur of de docent zijn, maar naast de spelers staan en samen dingen ontdekken. Ik weet wel dat mensen naar mij kijken en weten dat ik de maker ben, maar ik wil spelen met die regels. In mijn Masteropleiding was ik heel hard op zoek: ik ben theatermaker of moeder of docent. Maar soms zijn dat identiek dezelfde rollen, en soms zijn het rollen die elkaar tegenspreken. Vanuit die driehoek ben ik mijn artistiek onderzoek begonnen.

 

Werken met niet-professionele spelers is iets waar Anneliese veel voldoening uit haalt.

Anneliese: Als theatermaker en docent geniet ik enorm van werken met mensen die heel veel vrezen, die zeggen: “ik weet niet of het iets voor mij is, maar ik kom het eens proberen.” De eerste theaterlessen vind ik superleuk omdat je dan aan mensen toont: je moet hier niks doen wat je niet wil, we gaan heel open en vrij met elkaar om. Je creëert een cultuur waarin je vooral beoogt dat mensen stappen zetten en vrijheid vinden.

Anneliese Billen