“Schrijnend relevant”

Impressie van Arendt

 

Terwijl de kersenbomen van de kloostertuin nog net het licht van een ondergaand zonnetje doorlieten, kwam een vrouw met drie valiezen binnengewandeld, rokend: Hannah Arendt, gespeeld door Bart van der Heijden. Driftig begon ze Faust te citeren, in het Duits. Gelukkig ging ze verder in het Nederlands, weliswaar met een zwaar Duits accent. Ze raasde verder, over een oude teruggevonden menora, en hoeveel ze nadenkt. Zo veel, dat haar moeder zei dat ze er een dikke kop van zou krijgen. Maar ze deed het om vat te krijgen, op de wereld rondom haar. Een denker dus.

Een denker die vertelde: over hoe ze erachter kwam dat ze Joods was – want daarvoor dacht ze altijd dat ze een mens was. Ontzettend naïef, zei ze achteraf. Ze vertelde ook over haar moeder, en de sterke brieven die zij schreef wanneer een leraar zich antisemitisch uitliet. Arendt las zo’n brief voor, met dankbaarheid in haar ogen en bewondering voor haar “Mutti” in haar stem. Dat leidde tot een reflectie over vergiffenis, en of die zelfs mogelijk is. “Morgen is een nieuwe dag: we worden elke ochtend opnieuw geboren.” Naast haar Mutti sprak ze ook met veel liefde over haar opa en zijn vele verhalen. Die leerden haar dat woorden dingen in beweging kunnen zetten. Want “je kunt het leven alleen verdragen als je erin slaagt het te vertellen.”

Ondertussen haalde ze uit haar gigantische koffers (te) veel spullen. Een stoffige plaat, en platenspeler. Een touw dat ze tussen haar peukenhouder en een stok spande tot een waslijn. Aan die waslijn spelde ze haar herinneringen, terwijl ze die met ons deelde. En een vliegenmepper, want ze houdt niet van vliegen – maar wel van mensen. Al die spullen creëerden een sfeer van het leven van elke dag: het ging niet zozeer over Arendt als filosoof, maar over Arendt als mens.

Ook als mens had ze wel wat interessante dingen te vertellen. Ze vergeleek mensen met leestekens, zijzelf zou dan een komma zijn. Een komma doet een zin maar doorgaan, kan niet zwijgen, maar verbindt ook mensen uit alle uithoeken van de wereld. Dat kan gevaarlijk zijn, zeker omdat ze niet wist wie haar punt was. Wat ze wel wist, was dat haar opa een aanhalingsteken was: een aanhalingsteken “maakt van alles wat we meemaken een quote,” biedt perspectief. Conclusie? We moeten onszelf omringen door andere leestekens, want “je kan het niet alleen.”

Arendt wist ook wel wat te vertellen over andere mensen. Over hoe iedereen sinds zijn geboorte bij een groep hoort. “We zijn niet dezelfde mensen, maar wanneer gaan we dat zien als een sterkte?” Ze filosofeerde bevlogen over wortels en radicaliseren, en vooral over denken. Ze benadrukte sterk het belang van nadenken, want het grootste kwaad in de wereld komt niet van sadisten, maar vooral van mensen die niet nadenken over waar ze staan in het leven. “Kijk maar naar Amerika, kijk maar naar Hongarije, kijk maar naar Gaza.” Ook in de nabespreking benadrukte Bart van der Heijden hoe schrijnend relevant die oproep tot verbinding en denken is. Misschien was Arendt daarom hier: omdat ze hoopte nog één keer een verschil te maken.

 

Tekst: Elisabeth Morrhey

arendt 4