“Het gaat over tot slaaf gemaakt worden: door elkaar en door het script”
Impressie van Venus
“Liefje, wat ik zoek, bestaat niet.” Venus begint met een regisseur op zoek naar een competente actrice. Hij is er zelfs van overtuigd dat hij beter vrouwelijk kan zijn dan de 35 actrices die net auditie deden. Maar dan komt, een half uur te laat, doorweekt door de storm die buiten raast, een zeer enthousiaste actrice aan. Ze staat erop auditie te doen voor zijn ‘porno’-toneelstuk (“het gaat toch over SM?”) – de regisseur is niet onder de indruk. Ze maakt dan ook echt geen al te schrandere indruk. Maar overtuigend is ze wel, en ze haalt de regisseur over de auditie mét haar te doen, tot het einde van pagina 5. Maar dan begint ze te acteren, zo goed dat hij helemaal van zijn stuk is. Het einde van pagina 5 bereiken blijkt toch geen reden om te stoppen. Zo wordt Venus een toneelstuk in een toneelstuk.
Maar hij is een regisseur, geen acteur, en hij heeft opnieuw enige overtuiging nodig. En zo begint zij hém te regisseren. Subtiel draaien ze de rollen zo om, en niet voor de laatste keer. Zij kwam aan op de auditie met een gigantische tas, waar alle nodige rekwisieten in bleken te zitten, inclusief een bontjas. Er zitten genoeg kleren in om alle rollen te kunnen spelen: die van de twee hoofdrolspelers, de rol van gast ster Venus, de rollen van actrice en regisseur, en zelfs die van de acteurs die de rollen van actrice en regisseur spelen. Er zitten nog meer lagen in het toneelstuk-in-een-toneelstuk dan op het eerste zicht opgemerkt.
En binnen al die rollen wisselen ook de machtsverhoudingen regelmatig. Zij maakt rake observaties over het toneelstuk terwijl ze het doorspelen, al zijn ze dan wat ongelukkig verwoord: “het is wel ambivalent, hé” – “ambigu, bedoel je”. Hij is het hartstochtelijk oneens met zowat al haar observaties: “hoe kan je haar nu zó goed spelen, en zo slecht begrijpen?” En toch zit er iets in, in al haar observaties. Het gaat over kindermisbruik, over seksisme, over domineren. Hij vindt het banaal om zo’n actuele onderwerpen op te leggen aan een theaterstuk. En toch roept hij het: “Onderwerp mij!” “Heers over mij!” Voor hem is liefde onderworpen worden. Maar zij wil niet aanbeden worden – of wil elke vrouw dat? Het gaat over tot slaaf gemaakt worden: door elkaar en door het script. Het gaat over macht, en op het einde zijn de rollen op alle lagen omgedraaid, en heeft zij die. “Fuck niet met een godin: daar gaat het stuk over!” Venus is zo een overweldiging van een toneelstuk.
Tekst: Elisabeth Morrhey