“Mijn werk gaat eerder over de schaduw van de dingen dan over de dingen zelf.”

Interview met Gommaar Gilliams (door Niels Dewil)

 

Wanneer ik Gommaar Gilliams ontmoet in zijn atelier in Spalbeek, valt mijn oog op één van zijn kunstwerken dat ook op MoMeNT te zien zal zijn. Centraal staat een bootje. Het voelt aan als een bootje dat bij mijn grootmoeder onder de kerstboom stond, terwijl ik ergens weet dat dat niet zo is. Het blijkt precies dit effect dat Gommaar beoogt.

Gommaar: Het is alsof je de dingen al gezien hebt, al is het niet zo. Ze zitten ergens in ons collectief geheugen. Niemand weet waar het precies over gaat, maar je kent die beelden en daardoor begin je zelf linken te leggen en bepaalde gevoelens op te roepen. Je zou het kunnen vergelijken met de grot van Plato. Mijn werk gaat eerder over de schaduw van de dingen dan over de dingen zelf. Het gaat zelfs niet over specifieke verhalen, maar over het idee van verhalen vertellen en het idee dat we altijd dezelfde verhalen vertellen. Daarom werk ik veel met symbolen zoals zwanen, kastelen en bootjes. Al die symbolen hebben een eigen geschiedenis. Ik hoef er geen betekenis aan toe te voegen. Ofwel ga je terug naar eigen persoonlijke herinneringen, ofwel naar mythologische verhalen zoals dat van Leda en de Zwaan.

 

Gommaar trekt een parallel met het einde der tijden.

Gommaar: Ook het einde der tijden is iets dat in ons collectief geheugen zit. Je moet die zin nog maar uitspreken en mensen beginnen al te fantaseren en bepaalde beelden op te roepen. Dat is vergelijkbaar met wat mijn werk doet. Je moet het niet letterlijk zien. En zo moet je misschien ook het einde der tijden niet letterlijk zien. Mijn werk lijkt trouwens op het eerste zicht weinig te maken te hebben met de wereld van nu, maar dat is wel zo. Het geeft hoop. Je kan kiezen om illustraties te maken van het einde der tijden, of je kan een alternatief aanbieden. Ik wil dat mijn werk verbindt; verhalen zijn ook altijd verteld geweest om te verbinden.

 

Wie de kunstwerken van Gommaar van dichtbij bekijkt, bemerkt de bijzondere manier waarop ze zijn gemaakt. Gommaar start met het preparen van een aantal stukken stof die hij elk apart schildert. Daarna naait hij ze aan elkaar tot er een patchwork ontstaat. Dat geschilderde lappendeken fungeert vervolgens als een canvas waarop Gommaar opnieuw begint te schilderen.

Gommaar: Het lappendeken zou kunnen teruggaan naar de invloeden die in mijn werk zitten: primitieve tekens, middeleeuwse heraldiek, astrologie, mythologie, maar ook hedendaagse elementen. Het is een soort van arrangement. Als het heel clean geschilderd zou zijn, zonder imperfecties of onzuiverheden, dan zou het werk op een andere manier binnenkomen. Ook het element van tijd zit erin. Het voelt aan als een oude muurschildering in Rome waar weer en wind hun impact op hebben gehad. De werken zijn nu gemaakt, maar evengoed zou het een soort archeologische opgraving kunnen zijn.

 

Ook zijn manier van schilderen is bijzonder, alsof het ontsproten is vanuit een kinderlijke geest.

Gommaar: Het is een onhandige manier van schilderen zelfs, waarbij het vooral gaat om het beeld op het canvas te krijgen. Daarnaast wil ik ook dat de energie van het creatieproces in het werk zit. Het lijkt misschien alsof ik de verf op het canvas gooi, maar dat is niet zo. Eigenlijk werk ik heel secuur. Ik ben heel gevoelig aan gewicht en balans. Dat kan gaan tot één drup die moet toegevoegd worden. Je oog mag geen moeite hebben om het werk als een geheel te zien. Tussen alle elementen is er een soort van knikkerbaan gespannen en slechts op één punt zitten alle knikkers juist. Maar tegelijkertijd mag het ook niet te secuur en af zijn, het werk moet nog open zijn. Een halve borst spreekt soms meer tot de verbeelding en blijft langer nazinderen dan wanneer je alles ineens krijgt.

 

Het werk van Gommaar heeft ook iets heel tastbaar.

Gommaar: Het heeft een soort huiselijkheid in zich. Of je u nu goed of minder goed voelt, je zou het werk van de muur willen halen en rond u wikkelen. Je wil het kunnen aanraken en de verf zou je bijna kunnen oplepelen als ijs.

 

De expo van Gommaar op MoMeNT heeft als titel ‘My noon, my midnight’, naar het gedicht ‘Funeral Blues’ van W. H. Auden, een gedicht over iemand die sterft. Enkele maanden geleden werd het voorgelezen tijdens de begrafenis van Gommaars nonkel, auteur en striptekenaar Gommaar Timmermans, zoon van schrijver Felix Timmermans.

Gommaar: Mijn eerste werken maakte ik voor hem, opdat hij die mooi zou vinden. Mijn nonkel was namelijk altijd bezig met astrologie en heeft mij daar altijd boeken over gegeven. Ik vind het mooi dat ik hem met deze voorstelling een beetje kan eren. Daarnaast verwijst ‘My noon, my midnight’ ook naar de dualiteit die in mijn werken zit: geen lach zonder traan, geen maanlicht zonder zonneschijn.

 

Niet alleen zijn nonkel had een invloed op Gommaar. Hij komt ook uit een cultureel gezin. Zijn beide ouders studeerden kunstgeschiedenis en namen Gommaar als kind mee naar de paleizen en tuinen in Italië. Hij is vooral opgegroeid met vroegmiddeleeuwse kunst. Dat Gommaar kunstenaar zou worden leek dus in de sterren geschreven. Toch was het niet zo simpel.

Gommaar: Ik heb twee broers die niet met kunst bezig zijn. Het gaat dus niet alleen over wat je met de paplepel binnenkrijgt, maar ook over wat je er zelf mee doet én aan toevoegt. Er zijn zeker duidelijke linken tussen mijn werk en de vroegmiddeleeuwse kunst waarin ik bij mijn ouders werd ondergedompeld. Denk maar aan de motieven die ik gebruik, zoals kastelen. Maar daarnaast heb ik zelf Amerikaanse abstracte kunst ontdekt. Als kunstenaar ben ik zelfs begonnen met heel abstracte dingen. Je moet weten dat ik een autodidact ben. Ik had geen kunstenopleiding gevolgd en kende niets van het gewicht dat aan schilderkunst hangt. Het is pas toen ik voor mijn reclameopleiding in contact kwam met de Amerikaanse abstracte kunst in New York, dat ik ben beginnen schilderen. En van zodra ik daar mee begon, nam dat alles over. Ik ben dan in de horeca gaan werken om te kunnen schilderen. Na een paar jaar voelde ik dat die abstracte kunst niet van mij was. Ik wou iets meer. Op een gegeven moment, in 2018, ben ik meer figuratieve elementen beginnen toevoegen in mijn werk. Toen is de klik er gekomen en is alles bij elkaar gekomen: wie ik ben, wat ik maak en hoe mijn werk tot stand komt. Ik ben nu 15 jaar bezig en waarschijnlijk had alles sneller kunnen gaan, maar ik vind het goed zo. Dat ik tegen veel stenen ben gebotst en omwegen heb gemaakt, heeft me gemaakt tot wie ik nu ben als schilder. Daarom is het ook zo uniek en echt iets van mij, iets dat komt vanuit mijn binnenkant.

 

Wie Gommaar met zoveel passie bezig hoort, kan zich niet voorstellen dat hij ooit iets anders heeft gedaan. Toch is dat zo. Gommaar was vroeger zelfs een tijdje DJ en iemand die aan skaten deed. Voor hem zitten er echter duidelijke parallellen met wat hij nu doet.

Gommaar: Dat was ook alles of niets, net zoals bij het schilderen. Het zijn ook allemaal dingen die je op jezelf doet, maar je doet ze wel om met anderen te delen. Ik wil heel graag gezien worden. Ik krijg nog altijd kippenvel van een DJ of van iemand die aan skaten doet. Zo is dat met schilderen ook: het gaat om het gevoel dat je anderen wil meegeven. En ik denk dat schilderen nog meer dan DJ of skateboarden mijn ding is. Het is iets waar ik mee ga slapen en opsta. Ik ga slapen met schildersproblemen en sta – hopelijk – op met oplossingen. Het is zowel mijn beste vriend als ergste vijand.

My noon, my midnight