"Het Stadsmuzikantenfestival, dat is een beetje picknicken met je eigen muziek."
Interview met David Zegers, manager van Isbells (door Niels Dewil)
Na passages van Portland, Caspar Auwerkerken, St. Grandson en Isaac Roux op eerdere edities van het Stadsmuzikantenfestival, stond het in de sterren geschreven dat Isbells dit jaar op de affiche zou prijken. Isbells is immers de enige artiest van manager David Zegers die nog niet op het Stadsmuzikantenfestival stond. Na 10 jaar gewerkt te hebben als marketing manager in de Ancienne Belgique (AB), richtte David Zegers in 2016 zijn eigen bedrijf SKYTIGER op. Naast artist manager is hij organisator van Witlofsessies en Holy Garden Sessions, én fan van het Stadsmuzikantenfestival, zeker nu al zijn artiesten ooit op het programma hebben gestaan. Geen man die bijgevolg beter geplaatst is om een blik van buitenaf te werpen op het festival. Waarin schuilt voor hem de magie?
David: Het Stadsmuzikantenfestival heeft een aantal elementen die ik zelf heel belangrijk vind. Het intieme karakter, de verrassende locaties en het gegeven dat de muziek herleid wordt tot haar essentie; dat zijn zaken die heel dicht bij mijn eigen DNA liggen. Toen ik pas zelfstandig werd, ben ik begonnen met kleinschalige concerten op verrassende locaties te organiseren. Eigenlijk is het Stadsmuzikantenfestival de outdoor variant van mijn eigen concertreeks ‘Witlofsessies’, waar ik artiesten liet optreden in oude volkscafés, fabriekspanden, kerken en voormalige dorpsbioscopen.
Hoe eenvoudig is het om jouw artiesten te overtuigen om hier te komen spelen?
David: De muziek van mijn artiesten leent zich heel erg tot het concept van het Stadsmuzikantenfestival. Het is muziek met een verhaal, muziek die recht naar het hart grijpt. Doordat het geluid op dit festival bijna niet versterkt wordt, komen de melodie en de zanglijn nog meer naar de voorgrond en kan je als artiest jouw muziek en boodschap brengen in haar puurste vorm. Daarnaast heb je de dichte nabijheid van het publiek en word je als artiest warm onthaald. Daarin ligt tegelijkertijd ook een uitdaging voor de artiest, namelijk om een echte connectie te bouwen met het publiek. Het vertelelement is wat dat betreft erg belangrijk. Tussen de nummers door heb je op dit festival de ruimte om een anekdote te vertellen of meer uitleg te geven bij een bepaald nummer. Je kan ook een paar keer spelen, waardoor je kan experimenteren in je setlist. Het is uniek dat je op dezelfde dag en op dezelfde locatie 4 optredens kan geven voor telkens een nieuw publiek. Het is een beetje picknicken met je eigen muziek.
Dit jaar staat Isbells op het programma. Kan je al een tipje van de sluier lichten wat we mogen verwachten?
David: Ik ben natuurlijk bevooroordeeld, maar ik vind Isbells één van de meest onderschatte bands van het land. Gaëtan Vandewoude is een vakman, een fantastische songwriter die een heel melancholische vibe kan creëren en nummers schrijft die recht naar het hart gaan. In het najaar komt een nieuwe plaat uit van Isbells, dus het publiek zal een selectie te horen krijgen van nieuw materiaal en oudere nummers. Gaëtan zal die nummers brengen samen met Chantal Acda.
Je bent al jaren manager van Isbells en ook van Portland, Caspar Auwerkerken en Isaac Roux. Hoe zie jij jouw rol als manager voor deze artiesten?
David: Voor mij gaat het vooral om artist development, in de breedste zin van het woord. In de eerste plaats denk ik mee na over het artistieke aspect, want alles begint bij de muziek. Ten tweede probeer ik het netwerk rond de artiest te verbreden en versterken met goede partners, zoals platenfirma’s en booking agents. Samen met die partners zorg ik ervoor dat de muziek van mijn artiesten op de radio en in de juiste Spotifylijsten terecht komt, dat de juiste shows worden gespeeld, dat er straffe muzikanten aan boord zijn, kortom dat het een verhaal is waarin alles op elkaar is afgestemd. Ten derde ben ik bezig met het zakelijke aspect, zodanig dat de artiest zelf kan focussen op muziek maken. En, last but not least, steek ik veel tijd in de mens achter de artiest. Ik ben psycholoog van opleiding en werk met mensen, artiesten die een verhaal willen brengen; uit noodzaak, omdat ze dat verhaal willen of moeten verwerken, of omdat muziek maken hun bestemming is in het leven. Ik werk niet met artiesten die een plan B hebben. Dat heb ik zelf ook niet. Mijn mooiste momenten zijn wanneer mijn artiesten optreden, omdat ik dan zelf even niets moet doen en kan genieten. Ik ben dan ook blij dat ik dit jaar zelf aanwezig kan zijn op het Stadsmuzikantenfestival.
Naar welke artiesten, naast Isbells, kijk je nog uit om aan het werk te zien?
David: Ik vind dat Danielle Gielen altijd heel verfrissend programmeert, doordat het een vermenging is van eerder gevestigde namen met jonge artiesten die nog moeten beginnen aan hun carrière. In die laatste categorie ben ik dit jaar heel benieuwd naar Ão. Wanneer ik hun muziek op de radio hoor, ben ik altijd getriggerd. Daarnaast kijk ik uit om Roufaida aan het werk te zien. Het toeval wil dat ik op 15 juni zelf een minifestival organiseer waar zij op het programma staat: de Holy Garden Sessions in de tuin van de oude pastorij in Kortemark. Roufaida speelt daar als support van Absynthe Minded. Het is tof dat ze ook op het Stadsmuzikantenfestival staat en dat veel mensen haar zullen ontdekken. Ook dat maakt het festival zo uniek: dat het een wandeling is doorheen de stad, een letterlijke en figuurlijke ontdekkingstocht.