“Brede line-up, maar ook een breed publiek”

Interview met Danielle Gielen over het Stadsmuzikantenfestival

 

Deze zondag vindt alweer de 15e editie van het Stadsmuzikantenfestival plaats: 7 muzikanten spelen op 7 plaatsen in het Begijnhof 4 sets van 20 minuten, het publiek stelt al wandelend zijn eigen programma samen. Danielle Gielen is degene die de 7 acts programmeert. Hoe moeilijk is dat?

Danielle Gielen: Het is omwille van een aantal redenen moeilijk. Eén daarvan is omdat er gewoon echt veel talent is, zowel jong als gevestigd. Dat is al een moeilijkheidsgraad: dat ik er 'maar' zeven mag kiezen. 

Wat ik ook heel belangrijk vind is een mooie balans. Het begint voor mij bij kwaliteit. We moeten zeven keer kwaliteit tonen aan ons publiek. En dan zoek ik een balans, tussen jonge mensen die pas komen kijken en een aantal namen die wat langer meedraaien, die hun waarde al bewezen hebben. Dan probeer ik er ook altijd één grotere naam bij te doen, die wat makkelijker publiek op de been brengt, waar alle namen dan mee van genieten.

Muzikanten in verschillende fases van hun carrière dus, dat is één draad die ik erin steek. Een tweede lijn is dat ik divers wil zijn in de genres die ik programmeer. Dit jaar gaat dan van een sitarspeler (Nicolas Mortelmans) tot iemand die echt klassieke popsongs brengt (Zimmerman) tot een intrigerende vocaliste (Dushime) tot singer-songwriter (ISE). Ik probeer er echt variëteit in te brengen, zodat door het Begijnhof wandelen voor mensen echt een ontdekkingstocht van genres kan worden. 

We vragen ook wel wat van die muzikanten. We zetten hun letterlijk op straat: zonder licht, zonder geluid. Ik vraag hun hoeveel stopcontacten ze nodig hebben en dat is het. Dat is wel een aanpassing voor de muzikanten. De muzikanten die dan ja zeggen tegen het format, zijn een groot cadeau voor ons. Ze spelen ook vier sets van 20 minuten, dus de muzikanten moeten ook wel wat nadenken over wat voor set ze kunnen brengen in die context. 

 

Wat mogen we verwachten van de acts dit jaar?

Danielle Gielen: Ik ga ze alfabetisch overlopen. Een ranking zou ik niet kunnen maken; ik hou van alle zeven. 

Dressed Like Boys is het solo-project van Jelle Denturck, die je kan kennen van DIRK, een heel luide band. Als solo-artiest brengt hij heel gevoelige nummers rond heel gevoelige thema's. Hij heeft nog geen volledige plaat uit, maar de nummers die hij al heeft uitgebracht, krijgen heel mooie kritieken. Voor zijn debuutsingle Nando ging ik echt dadelijk voor de bijl: het is een liefdesverklaring aan de man van zijn leven. Het is zó'n mooi nummer. Hij speelt het ook op piano, wat het eerste instrument was dat hij als kind leerde spelen. 

Het is singer-songwriter, met heel gevoelige songs. Het doet een beetje denken aan David Bowie, of Elton John, de echte pianotalenten. 

Wat ik aan Dushime zo interessant heeft, zijn haar Rwandese roots die ze verwerkt in haar muziek, en dat ze veel meer is dan 'alleen maar' muzikant. Ze is ook actrice, model, en muzikante. Haar live-sets zijn dan ook heel multi-disciplinair: een concert van Dushime is echt een performance, waarin ze het publiek echt een verhaal brengt. Dat komt krachtig binnen. Ze zingt ook niet gewoon, soms zijn het gewoon geluiden. Ze gebruikt haar stem echt als een instrument om heel veel verschillende dingen uit te putten. Ze kan je echt in een soort trance brengen door de manier waarop ze performt, het is bijna hypnotiserend. Ik ben heel benieuwd of ze dat ook in twintig minuten zal kunnen bereiken. Ook technisch is ze verbluffend: ze heeft een heel groot vocaal bereik. 

Hendrik Lasure is echt een muzikanten-muzikanten. Hij is een veelgevraagde muzikant in de Belgische jazz-scene, die al in heel veel ensembles heeft gespeeld. Op een bepaald moment heeft hij beslist om een plaat uit te brengen onder eigen naam: Het Wiel uit 2022. Iedereen die ik ken in de sector was ondersteboven van die plaat. Hij zingt op een heel bijzonder manier, in het Nederlands, met het accent van zijn regio. Het fijne aan hem is dat hij zichzelf gitaar heeft leren spelen, speciaal voor dit album. Hij vond dat hij al een virtuoos was op de toetsen, en hij wou geen virtuoze plaat maken, maar een heel muzikale plaat, waarin zijn gevecht met het instrument nog voelbaar is. 

Het doet mij een beetje denken aan de kleinkunst van de jaren 70, Boudewijn de Groot, Jules de Corte. Hendrik Lasure is ook een beetje een woordkunstenaar: hij maakt heel atypische, bijzondere nummers, met een heel eigen frasering. 

ISE is de jongste uit de hoop, een Limburgse uit Bree. Ik vind dat zij de muziekwereld als een meteoor is binnengekomen. Ze was één van de laureaten van talentenwedstrijd Sound Track, ze heeft De Nieuwe Lichting van Studio Brussel gewonnen. Ze kwam echt overal bovendrijven in talentenwedstrijden. Ze speelt alleen, met haar gitaar en soms haar piano. Afgelopen weekend stond ze nog in het voorprogramma van Hozier, de rest van de zomer staat ze nog op heel grote festivals, maar dus ook op het stadsmuzikantenfestival. Ze is echt een singer-songwriter. Het is eigenlijk ongelooflijk hoe sterk zij daar op haar jonge leeftijd al staat, terwijl ze helemaal alleen op het podium staat. 

Nicolas Mortelmans was voor mij ook een ontdekking. Ik heb hem leren kennen omdat hij op zijn plaat heeft samengewerkt met bijvoorbeeld Stef Kamil Carlens en Roland Van Campenhout, muzikanten die al op mijn radar stonden. Ik kende hem dus nog niet, maar hij is echt een top-sitarspeler. Hij was ook jarenlang de enige leerling van Anoushka Shankar, dochter van Ravi Shankar, de sitarspeler die in contact stond van The Beatles toen zij zot waren van Indië. 

Nicolas Mortelmans speelt op een elektrische sitar. Aan de ene kant heeft hij heel veel kennis van traditionele sitar-technieken, maar aan de andere kant, kan hij dankzij zijn elektrisch exemplaar ook richting pop, rock, jazz, en electronica gaan. Dat wordt soms wel wat trippy. Hij brengt naar Tongeren nog iemand extra mee: Tarang Poddar. Die speelt tabla, kleine percussie-instrumenten die heel mooi samengaan met sitar. Volledig instrumentaal dus. Het is echt iets heel anders, maar dat vind ik net geweldig. Met cultuur, in dit geval met muziek, kun je ook reizen, de wereld rond. Ik vind het echt een fantastische manier om onze wereld rond te trekken en te reizen. Ik hou ervan om er op die manier die trip in te stoppen.

TJE zijn drie heel jonge muzikanten, die, denk ik, aan het begin staan van iets heel moois. Ik ben heel benieuwd naar hoe ze op het stadsmuzikantenfestival zullen staan, want ze werken met harde electronica, met zanglijnen die er vanaf 'glijden'. Op Humo's Rock Rally behaalden zij de bronze medaille. Ze zijn nog heel jong, maar heel veel kenners beschouwen hen nu al als zwaar getalenteerd. Ze worden bijvoorbeeld een beetje vergeleken met Björk. Ik ben echt benieuwd naar hoe ze hun muziek gaan vertalen naar de setting van het stadsmuzikantenfestival. 

Zimmerman is Simon Cassier, ook bassist van Balthazar, maar nu dus met zijn solo-carrière. Hij stond al eens op het stadsmuzikantenfestival. Ik vraag niet vaak mensen terug, maar zijn nieuwe plaat was te mooi om voorbij te laten gaan. Het is eigenlijk een plaat vol lovesongs aan zijn toekomstige vrouw (ondertussen zijn ze pas getrouwd). Het zijn zo mooie liefdesliedjes, echt perfecte pop-plaatjes. Ik vind dat die classic popsongs de line-up afmaken. 

 

Die zeven artiesten spelen elk vier sets van 20 minuten. Die tijdsblokken schik ik zo dat je ze alle zeven aan het werk kan zien (met een beetje puzzelen), waar je ook instapt. Je kan zelfs je hond meenemen, want als die vervelend begint te doen, kan je gewoon verder wandelen. Voor dat concept was ik een beetje geïnspireerd door het Verenigd Koninkrijk en Australië: daar zijn er veel straatmuzikanten-festivals. Echt met de betere muzikanten, die normaal op podia spelen.

Ik spreek vaak met jonge gezinnen die het zo druk hebben, muziekliefhebber zijn en niet meer op een concert geraken. Hier kunnen zij hun kroost meebrengen, luisteren zo lang als kan en verder wandelen als het moeilijk wordt. Soms vinden die kinderen het ook fantastisch en zitten ze met open mond te luisteren. We kunnen echt een breed publiek trekken. Omdat het gratis is, kunnen mensen ook komen als ze niemand kennen, want ze weten dat ze altijd dingen zullen zien die ze fantastisch vinden. 

 

Tekst: Elisabeth Morrhey

SMF8