“Wij als mens zijn mee verantwoordelijk voor schade aan de planeet.”

Interview met Mark Swysen (door Niels Dewil)

 

Wie de voorbije week langs de Maastrichterstraat liep, zag ongetwijfeld zijn installaties. In de tuin van het Praetorium presenteert Mark Swysen ‘A midsummernight’s dream – encountering a stray medusa in the city’ en ‘Planet @ peril: day of reckoning’. Beide installaties passen perfect in het thema ‘Het Einde der Tijden’.

Mark: Het idee alleen al van ‘Het Einde der Tijden’ is een fantastisch voorbeeld van onze arrogantie. Het gaat er namelijk vanuit dat het einde van de mens ook het einde van de tijd betekent. Alsof de wereld staat of valt met de mens.

 

De installatie ‘Planet @ peril: day of reckoning’ bestaat uit een gelaste aluminium constructie die de acht meridianen, evenaar en poolcirkels van een doorzichtige wereldbol suggereert. Onder de constructie reflecteert een oppervlak in de vorm van een oceaan of meer het zonlicht en draagt de littekens van schade en vervuiling. Een cirkelvormige buis van spiegels in het midden van de planeet reflecteert de omliggende gebouwen en bezoekers, hun vervormde reflectie is een essentieel onderdeel van de installatie.

Mark: De installatie is ontworpen om mensen erin te betrekken. Wie in het kunstwerk kijkt, ziet zichzelf. Dat is ook de boodschap: we zijn een onderdeel van het probleem, wij als mens zijn mee verantwoordelijk voor de vervuiling en schade aan de planeet.

 

Het is opvallend hoe de vormgeving en inhoud van de installatie elkaar versterken.

Mark: Ik zoek altijd naar een goed evenwicht tussen het inhoudelijke verhaal dat ik wil brengen en de vormgeving die enerzijds efficiënt moet zijn en anderzijds ook iets moet toevoegen aan het geheel. Hoewel je de trappen niet kan gebruiken, zijn ze toch functioneel want ze ondersteunen het geheel. Tegelijkertijd voegen ze de boodschap toe: dit is onze planeet, waar wij in binnen stappen.

 

Een bezoeker passeert en meent een vlinder te herkennen in ‘Planet @ peril: day of reckoning’.

Mark: Ik vind het fantastisch dat mensen andere interpretaties geven. Het idee van openheid is voor mij ook echt een streefdoel. Daarom probeer ik mijn werk niet totaal te definiëren, en ook ruimte voor interpretatie te laten in de titels. Vorig jaar heb ik in M HKA een project gedaan met bestaande, iconische werken uit de collectie die een vaststaande verklaring in de kunstgeschiedenis hebben, gebaseerd op wat de kunstenaar ooit heeft gezegd. Ik heb de bezoekers toen een tiental werken volledig zelf laten invullen. Je kreeg dan totaal nieuwe inzichten en heel dikwijls klopten die ook. Als buitenstaander kan je een interpretatie maken die klopt met het idee zonder dat de kunstenaar het zelf zo geformuleerd heeft. Als kunstenaar maak je wel een doordacht systeem, maar het concept en de vormgeving gebeuren intuïtief. In de allereerste versie van ‘Planet @ peril’ stond er binnenin een kooi, maar dat voelde niet juist. Ik voelde dat die kooi een spiegel moest zijn.

 

In ‘A midsummernight’s dream – encountering a stray medusa in the city’ herkent u een lichtgevende kwal. De tentakels van deze droomachtige medusa worden gevormd door lege plastic Perrier-flesjes die op stalen stangen hangen.

Mark: We zijn de oceaan aan het vervuilen met plastic en vol aan het bouwen met zonnepanelen en windmolens. Waar moet de kwal dan naartoe? In deze installatie is de kwal gevlucht naar het land. Het oorspronkelijke idee van dit werk is een parallel te maken tussen de klimaatvluchtelingen van de zee en de mens als klimaatvluchteling. Zoals de kwal de zee doorkruist en zich aanpast aan de veranderde omstandigheden, zo zal ook de mens zich moeten aanpassen aan de onvoorspelbare en veranderde wereld om ons heen.

 

Voor zijn installaties maakt Mark veel gebruik van bestaand materiaal, zoals aluminium buizen in ‘Planet @ peril: day of reckoning’ of plastic Perrier-flesjes in ‘A midsummernight’s dream – encountering a stray medusa in the city’.

Mark: Ik maak graag gebruik van alledaags materiaal. Met een schilderij kan je een beeld oproepen, maar het is moeilijk om een bezoeker er ook zelf in te betrekken. Met alledaagse materialen kan je dat veel makkelijker. Wie de flesjes Perrier ziet, denkt al snel aan het water dat hij gisteren heeft gedronken. Ik gebruik ook regelmatig paraplu’s of winkelkarren in mijn installaties. Ook dat zijn materialen waarmee iedereen zich betrokken voelt.

 

Wie ‘A midsummernight’s dream – encountering a stray medusa in the city’ beschouwt, zal het ongetwijfeld beamen: deze installatie voelt aan als een droom die de kunstenaar met ons wil delen.

Mark. Er zijn tientallen definities van kunst, maar twee ervan springen er voor mij uit. Dat zijn die van Georges Dickie, wat een zeer praktische, to-the-point definitie is, en die van Arthur Danto dat kunst een “belichaamde betekenis” is. Voor mij klopte die laatste definitie wel, maar ik had er ook een probleem mee. In sé is volgens die definitie ook design kunst; achter een koffiemachine zit immers een idee en een vorm. Vlak voor hij overleed, zag Danto het licht en voegde hij “die als een wakkere droom beleefd wordt” toe aan zijn definitie. Toen klopte het voor mij. Een droom heeft een verband met de realiteit, maar er is altijd iets scheefgetrokken of uit verband. Dat is het beste aspect aan kunst, dat het wringt. Daar waar het wringt, begin je na te denken.

Mark Swysen